Nieuws

Yvonne van Delft (Leiden) en Hubert Schokker (Voorschoten):

Samen bouwen maakt warmtesysteem robuuster, efficiënter, betrouwbaarder én betaalbaarder

Gemeenten Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Oegstgeest, Voorschoten en Zoeterwoude hebben een Intentieovereenkomst (IOK) ondertekend om te komen tot de oprichting van een publiek warmtebedrijf in de Leidse Regio. Want samen optrekken versnelt de warmtetransitie, denken zij. Waarom is het zo belangrijk om dit samen te doen? En wat kunnen we komende tijd verwachten? Het woord is aan de wethouders Yvonne van Delft (Leiden) en Hubert Schokker (Voorschoten).


Wat is - in jullie optiek - de grootste uitdaging als het gaat om de beoogde warmtetransitie?
Yvonne: “De uitdaging is om tijdig en daadkrachtig te starten met collectieve warmtenetten. We hebben nog een aantal instrumenten nodig om als gemeente in te kunnen staan voor de betaalbaarheid en haalbaarheid van de warmtetransitie voor de hele stad. De financiering en wetgeving vanuit de Rijksoverheid is ook nog in voorbereiding. Tegelijkertijd geldt: hoe langer we wachten, hoe meer bewoners overstappen op individuele, elektrisch aangedreven oplossingen. Dit vergroot de netcongestie, en als we dit probleem niet tijdig aanpakken, zal onze regio daar uiteindelijk ook economisch onder lijden. Daarnaast is het zo dat hoe meer mensen voor een individuele oplossing kiezen, hoe lastiger het wordt om in een wijk een betaalbaar warmtenet aan te leggen. Collectieve warmte is een van de belangrijkste oplossingen voor een succesvolle warmtetransitie. Het is nog steeds voor een groot deel van de stad Leiden de beste oplossing, als we naar de totale maatschappelijke kosten kijken.”

Hubert: “Binnen Warmte Leidse Regio zetten we belangrijke stappen richting een regionaal warmtebedrijf. Ik zie de grootste uitdaging in de fase die daarna komt, namelijk om samen met bewoners, het warmtebedrijf en alle andere partijen tot een warmtenet te komen waar iedereen blij van wordt. Het uitblijven van nieuwe wetgeving maakt dit vooralsnog lastig. Uiteindelijk moet er een aanbod richting bewoners komen dat goed en betaalbaar is.”

‘We zijn samen een interessante gesprekspartner voor andere partijen’

In hoeverre helpt samenwerking met regiogemeenten?
Hubert: “De samenwerking helpt enorm. Voorschoten is een kleine gemeente. Door samen te werken kunnen we meer voor elkaar krijgen. Ik ben blij dat we dit samen met buurgemeenten kunnen oppakken. Door dit samen aan te pakken kunnen we de capaciteit van meerdere gemeenten samenbrengen. Hierdoor zijn ook schaalvoordelen mogelijk. Als samenwerkende gemeenten zijn we bovendien een interessantere gesprekspartner voor andere partijen.”

Yvonne: “We merken dat we als regio sterker staan in gesprekken met partners in de warmtetransitie, of dat nu het ministerie, Vattenfall of ontwikkelaars van warmtebronnen zijn. Bovendien reiken zowel de warmtetransitie als het probleem van netcongestie verder dan onze gemeentegrenzen. Door gezamenlijk op te trekken, kunnen we een efficiënter en duurzamer energiesysteem realiseren dan wanneer iedere gemeente afzonderlijk handelt.
Ook toekomstige uitdagingen, zoals energieopslag, vragen om een brede, regionale aanpak en afstemming. Daarnaast biedt onze regio volop mogelijkheden voor het benutten van restwarmte en geothermie. Door samen te werken, kunnen we deze warmtebronnen veel effectiever aanwenden dan wanneer elke gemeente dit individueel zou proberen.”

‘Duurzame, betrouwbare en betaalbare warmte voor de regio’

Wat zijn volgens jullie de grootste voordelen die je via deze regionale samenwerking kunt bewerkstelligen?
Yvonne: “We kunnen leren van elkaar, samen optrekken, gezamenlijk vraagstukken onderzoeken en samen het wiel uitvinden. De zes gemeenten vormen een aaneengesloten gebied waardoor we afstemming kunnen regelen en rekening kunnen houden met elkaar. Samen bouwen aan een warmtesysteem maakt het systeem robuuster, efficiënter, betrouwbaarder én betaalbaarder.”

Hubert: “Daardoor kunnen we betere voorwaarden afspreken. Het doel is dat afnemers van warmte zo een beter aanbod krijgen.”

In hoeverre gaat een regionaal warmtebedrijf de warmtetransitie verder brengen?
Yvonne: “We hebben al in 2023 geconstateerd dat een gezamenlijke organisatie nodig is om de samenwerking te versterken. Op termijn moeten we ook aan de nieuwe Wet collectieve warmte voldoen. Met een regionaal warmtebedrijf hebben we een gezamenlijke, publieke partij waar de gemeenten invloed op hebben en die publieke waarden nastreeft. Dus geen commerciële winst voor anonieme aandeelhouders. We willen met elkaar duurzame, betaalbare en betrouwbare warmte voor de regio realiseren. Daar heb je het warmtebedrijf voor nodig: om warmte in te kopen, om de warmtenetten aan te leggen en om onze bewoners een goed aanbod te kunnen doen.”

Hubert: “Op deze manier kunnen we constante uitvoeringscapaciteit aan ons binden. In de hele regio is er altijd wel ergens een plek waar een deel van het warmtenet aangelegd moet worden. Als individuele gemeente gaat dat toch meer met horten en stoten.”

‘De gemeenteraden gaan over het budget en de besteding daarvan’

Wat verwachten jullie verder nu deze IOK getekend is?
Yvonne “We willen eind dit jaar alle gemeenteraden vragen om hun wensen en bedenkingen kenbaar te maken op de voorgenomen opzet van het regionale warmtebedrijf. Als dit allemaal zorgvuldig en succesvol wordt doorlopen zal het komen tot een samenwerkingsovereenkomst (SOK) en de daadwerkelijke oprichting van het regionale warmtebedrijf. Voor dat laatste zullen we de gemeenteraad moeten voorleggen hoe dat eruitziet en hoeveel geld er nodig is voor de investeringen. De gemeenteraden gaan uiteindelijk over het budget en de besteding daarvan. Wij zorgen voor een goed plan waaruit blijkt dat de samenwerking in een warmtebedrijf haalbaar en wenselijk is.”

Hubert: “We zijn in Voorschoten druk bezig om toe te werken naar de samenwerkingsovereenkomst waarin we afspreken dat we het regionale warmtebedrijf echt gaan oprichten. In september vindt hierover een wensen en bedenken procedure met de Raad plaats. En in aanloop daarnaartoe zullen we de Raad vanzelfsprekend goed betrekken. We hopen dat de overeenkomst er in het najaar ligt.”

Wat zijn voor Voorschoten en Leiden nog belangrijke randvoorwaarden bij de verdere ontwikkeling naar het warmtebedrijf?
Hubert: “Goede en volwaardige participatie: we willen dit echt samen doen met inwoners. Betaalbaarheid is daarbij natuurlijk een belangrijk onderwerp. Hoe kunnen we voorkomen dat mensen stress of erger ervaren, omdat ze de energierekening niet kunnen betalen? Aan de andere kant kunnen we als gemeente ook geen loze beloftes doen. De risico’s voor de gemeente moeten ook beheersbaar blijven. Het gaat om forse investeringen. Deze puzzel gaan we de komende jaren leggen en dat willen we dus ook samen met afnemers van warmte doen.”

Wanneer ben jij uiteindelijk tevreden over dit programma? Wat moet er dan minimaal zijn bereikt?
Yvonne: “Het doel voor nu is eerst een grondig onderzoek naar het warmtebedrijf. Als we eind dit jaar een helder beeld hebben van - en besluit over - het regionale warmtebedrijf dan kunnen we als regio verder aan de slag met onze doelen.”

Hubert: “Ik hoop dat er in het najaar een goede en gedragen samenwerkingsovereenkomst ligt. En dat we het komende jaar echt een betekenisvolle stap zetten op weg naar een regionaal warmtebedrijf waarin het belang van afnemers bovenaan staat.”