Van voorbereidingsfase naar publiek warmtebedrijf

De verkenningsfase is eind 2024 afgerond. In 2025 bereiden we ons voor op de oprichting van een regionaal publiek warmtebedrijf (RPIW WLR). Welke stappen moeten we nemen voordat dit warmtebedrijf in de Leidse Regio kan starten?
Voorbereidingsfase
Deze fase begon met een intentieovereenkomst (IOK). In deze overeenkomst hebben zes gemeenten afgesproken samen een regionaal warmtebedrijf op te richten. Daarna wordt een eerste ontwerp gemaakt van hoe het warmtebedrijf eruit gaat zien. Dit ontwerp beschrijft:
- Het doel van het warmtebedrijf.
- Welke taken het gaat uitvoeren.
- Hoe deze taken worden ingevuld.
- Wat de geschatte kosten, investeringen en opbrengsten zijn.
Tijdens dit proces vragen de gemeenten hun gemeenteraden om input: wat zijn belangrijke aandachtspunten en voorwaarden voor het warmtebedrijf? Zijn gemeenteraden bereid om als aandeelhouder in het warmtebedrijf te stappen? Ook zullen gemeenteraden beslissen over de financiële inbreng in het warmtebedrijf.
In 2025 wordt er een definitief besluit genomen over de oprichting. Als de gemeenteraden akkoord gaan, ondertekenen de zes gemeenten een samenwerkingsovereenkomst (SOK). Mogelijk doen partners zoals EBN en Alliander ook mee. In de SOK staan afspraken over het oprichten van een gezamenlijke rechtspersoon voor het warmtebedrijf. Hierin staat ook de financiële bijdrage van de gemeenteraden. Vanaf het ondertekenen van de SOK zin gemeenten ook juridisch gebonden om deel te nemen aan het warmtebedrijf.
Kwartiermakersfase
Na de voorbereidingsfase volgt de kwartiermakersfase. In deze fase wordt een Business Plan gemaakt voor het warmtebedrijf. Dit plan bevat:
- De (regionale) opgave voor het warmtebedrijf: waar moeten warmtenetten komen?
- De oprichtingsdocumenten voor het warmtebedrijf met daarin o.a.:
- De missie en visie van het warmtebedrijf.
- Taken en verantwoordelijkheden van het warmtebedrijf.
- De structuur van het bedrijf en keuzes over het uitvoeren of uitbesteden van taken.
- Aandelenverhouding en samenwerkingsafspraken met partners.
- De juridische vorm en bestuursstructuur.
- Een businesscase met o.a.:
- De financiële planning voor komende jaren.
- De benodigde en beschikbare financiële middelen van de gemeenten.
- De verwachte inkomsten van het warmtebedrijf.
Als het warmtebedrijf voldoet aan de voorwaarden van de gemeenteraden en de colleges gaan akkoord met de uitwerkingen, dan kan het warmtebedrijf worden opgericht.
In de kwartiermakersfase zullen de gemeenteraden een definitief besluit moeten maken over het investeren van de gereserveerde middelen voor het warmtebedrijf. Als alles volgens plan verloopt, kan het warmtebedrijf in 2027 worden opgericht.